1. Île-de-Bréhat, Bretagne
Slechts tien minuten duurt de ferryovertocht vanaf de Bretonse noordkust – dan kom je terecht op Bréhat, een archipel dat bestaat uit één groot eiland en meer dan 90 kleinere rotseilandjes. Dankzij de warme golfstroom van de Atlantische Oceaan vind je hier een prachtige, exotische natuur, bestaande uit palmbomen, vijgenbomen, eucalyptusbomen en mimosa. De zuidkant van het eiland heeft een roze granietkust, het noorden is wat ruiger, met veel heide en varens. Let op: het eiland is geheel autovrij, dus neem je fiets mee! Ook leuk om hier te doen: kajakken tussen de rotseilandjes.
Hoe kom je er? Vlieg naar Nantes, rijd 250 km naar Ploubazlanec en neem daar de ferry naar Île-de-Bréhat.
Hoteltip: Hôtel Bellevue
View this post on Instagram#bretagne #iledebrehat #island #sun #velo #summer
A post shared by Cyrielle Richard (@cyrielle1677) on
2. Glénan-archipel, Bretagne
Op zo’n 15 kilometer van de zuidkust van Finistère liggen de eilanden van Glénan, in de koele wateren van de Golfe de Gascogne. Met hun hagelwitte stranden en turkooizen baaien lijkt het net alsof je je in de Caraïben bevindt, maar je bent toch echt in Frankrijk! Het eiland is met name populair bij zeilers, want Glénan is sinds 1947 de uitvalsbasis van de beroemdste zeilschool van Frankrijk. Het hoofdeiland heet Saint-Nicolas en die bereik je met de ferry vanaf Concarneau of Bénodet. De overtocht duurt ongeveer één uur. Hotels zijn er niet op Glénan; het eiland is alleen geschikt voor een dagtocht.
Hoe kom je er? Vlieg naar Nantes, rijd 215 km naar Concarneau en neem daar de ferry naar Glénan.
View this post on InstagramA post shared by ⚓ La Belle Bretagne ⚓ (@labellebretagne) on
3. Belle-île-en-Mer, Bretagne
Fjorden, kliffen, stranden, bossen en beekjes: natuurliefhebbers komen aan hun trekken op Belle-Île-en-Mer (vertaald: mooi eiland in de zee). De westkust is het ruigst, met puntrotsen die uit de zee omhoogkomen en ruim 36 keer als inspiratie diende voor de schilderijen van Monet. Le Palais is de grootste plaats van het eiland; bezoek hier de 17e-eeuwse citadel en de charmante straatjes vol winkels en restaurants rondom. Een ander leuk dorpje is Sauzon, vol roze huizen met groene luiken en een haven die bij eb helemaal droogvalt.
Hoe kom je er? Vlieg naar Nantes, rijd 155 km naar Quiberon en neem daar de ferry naar Belle-Île-en-Mer (overtocht: iets langer dan een uur).
Hoteltip: Aubergerie
View this post on InstagramA post shared by Evasions Secrètes (@evasions_secretes) on
4. Houat & Hoëdic, Bretagne
Tussen het Franse vasteland en Belle-Île-en-Mer liggen nog twee eilandjes, Île d’Houat en Île d’Hoëdic, vaak in één adem genoemd als Houat & Hoëdic. Deze twee staan bekend om haar spectaculaire zandstranden en glashelder water. Je vindt er pittoreske haventjes en een mooi duinlandschap, waar onder meer wilde jasmijn en anjers groeien. De eilandbewoners leven van kreeft- en krabbenvisserij, die je hier dus uiteraard in overvloed kunt eten. Op Île d’Houat kun je verblijven, op Hoëdic niet: die is zo klein, dat je het eiland in twee uur kunt rondlopen.
Hoe kom je er? Vlieg naar Nantes, rijd 155 km naar Quiberon en neem daar de ferry naar Île d’Houat (overtocht: 1,5 uur). Vanaf hier vaar je verder naar Île d’Hoëdic.
Hoteltip: Hotel de la Sirene
View this post on InstagramA post shared by Bretagne – Brittany ⚓ (@bestofbretagne) on
5. Île de Ré, Nouvelle-Aquitaine
Met meer dan één miljoen bezoekers per jaar is Île de Ré het bekendste en populairst eiland van de Franse westkust. In het binnenland kun je prachtig fietsen tussen de wijngaarden en het is heerlijk slenteren in de charmante dorpjes van het eiland. Plekken om te bezoeken zijn La Flotte en vestingstadje Saint-Martin-de-Ré, dé plek om oesters te eten en te snuffelen in artistieke winkels. Rustieker is het kleine Arts-en-Ré, dat bij de mooiste dorpen van Frankrijk hoort.
Hoe kom je er? Vlieg naar Nantes of Bordeaux en rijd in zo’n 2 tot 2,5 uur rechtstreeks naar Île de Ré. Een ferryovertocht is niet nodig.
Hoteltip: Côté Thalasso
View this post on InstagramDi fari, balene 🐋 e sfumature di azzurro
A post shared by Martina Ghiringhelli (@martyghiri) on
6. Porquerolles, Cote d’Azur
We maken een oversteek naar de andere kant van Frankrijk, naar de Middellandse Zee. Porquerolles ligt voor de kust van de Provence en heeft een bruinrode kust, die aan het einde van de dag een gouden gloed krijgt. Het eiland heeft een handjevol hotels, een twintigtal restaurants en een paar honderd huizen. Midden op het eiland vind je het enige dorp, met een geelwit kerkje waar in de schaduw pétanque gespeeld wordt door de bewoners. De rest van het eiland bestaat uit weelderige natuur. Ideaal voor vakantiegangers op zoek naar rust!
Hoe kom je er? Vlieg naar Marseille, rijd 85 kilometer naar Hyères en neem daar de ferry naar Porquerolles (30 minuten).
Hoteltip: Hotel la Potinière
7. Port-Cros, Cote d’Azur
Port-Cros ligt ten oosten van Porquerolles en beslaat een volledig (beschermd) natuurgebied. Slechts één smalle strook van het eiland is bebouwd met een paar restaurants, één hotel, een kleine supermarkt en tien huizen. De natuur kenmerkt zich door vele steeneiken, pijnbomen en geurige kruiden – zoals de gehele Cote d’Azur eruit zou moeten hebben gezien, voordat het er toeristisch werd. Het water rond het eiland is kristalhelder en leent zich voor zwemmen, duiken, snorkelen en idyllische vaartochten.
Hoe kom je er? Vlieg naar Marseille, rijd 85 kilometer naar Hyères en neem daar de ferry naar Port-Cros.
Hoteltip: Le Manoir
Meer eilandtips? Bekijk dan:
- De 7 mooiste bountyeilanden ter wereld
- 10x doen op Koh Tao, Thailand
- Zo reis je naar Hvar, Kroatië
- 10x doen op Bali
*Geplaatst: september 2018. Genoemde prijzen zijn alleen laagst geschatte prijzen op het moment van publicatie en zijn onderhevig aan wijzigingen en/of beschikbaarheid.
Skyscanner is de wereldwijde reiszoekmachine die jou helpt besparen op vliegtickets, hotel deals en autohuur. Download ook onze handige app.